Hoe wij onze geneesmiddelen beschikbaar stellen aan patiënten

Janssen streeft ernaar om nieuwe geneesmiddelen zo snel mogelijk beschikbaar te maken voor patiënten. We werken samen met de overheid, ziekenhuizen, verzekeraars, zorgprofessionals en andere belanghebbenden in een sterk gereguleerd systeem.

Als uit onderzoek blijkt dat een geneesmiddel effectief is, en dat de voordelen ervan opwegen tegen de risico's, dan leggen wij het middel ter goedkeuring in Europa voor aan de EMA. Voor de meeste geneesmiddelen geldt dat de EMA een beslissing neemt over toelating in de Europese Unie. Als de EMA positief heeft besloten over toelating in de landen van de Europese Unie, zijn de afzonderlijke Europese lidstaten verantwoordelijk om te zorgen dat hun burgers toegang tot deze geneesmiddelen krijgen en dat hun verzekering de kosten daarvan dekt.


De weg die moet worden afgelegd om een nieuw geneesmiddel toegankelijk te maken voor de patiënt kan een uitdaging zijn, omdat er op verschillende niveaus afspraken moeten worden gemaakt: met verzekeraars, met ziekenhuizen/instellingen en met het ministerie van VWS en daarnaast soms met andere partijen in het systeem zoals groothandels. Welke stappen er precies doorlopen moeten worden hangt af van hoe uniek het geneesmiddel is, hoe groot de groep patiënten zal zijn die het gaat gebruiken, waar het wordt voorgeschreven en wat de prijs van het geneesmiddel is.


Vuvuzela-model

1 jaar

Na goedkeuring van een geneesmiddel de EMA kan het nog meer dan een jaar duren voordat patiënten toegang hebben tot het goedgekeurde geneesmiddel.

Hoe krijgen patienten innovatieve geneesmiddelen?

Sluis­onderhandeling

Wij stellen een lijstprijs voor Nederland vast op basis van de principes zoals uitgelegd in het hoofdstuk ‘Hoe wij prijzen vaststellen’. Met deze lijstprijs als uitgangspunt kunnen twee verschillende routes worden bewandeld, afhankelijk van de plaats waar het nieuwe geneesmiddel zal worden toegediend.


Intramurale geneesmiddelen

Intramurale geneesmiddelen die in een ziekenhuis worden toegediend en/of door de medisch specialist in het kader van een specialistische behandeling worden voorgeschreven, worden in principe direct vergoed zonder tussenkomst van de minister. Wanneer de geschatte totale kosten voor het geneesmiddel voor de Nederlandse samenleving echter meer dan 40 miljoen euro per jaar bedragen, wordt het nieuwe geneesmiddel in de zogenaamde ‘sluis’ geplaatst. Dit kan ook gebeuren als de jaarlijkse uitgaven aan een geneesmiddel meer dan 50.000 euro per patiënt per jaar bedragen. De eerste stap in de sluisprocedure is een farmacotherapeutische en farmaco-economische beoordeling door het ZorgInstituut Nederland (ZIN). Ons lokale team van specialisten voorziet ZIN van de informatie die het instituut nodig heeft om deze analyse te maken. Als het ZIN tot het oordeel komt dat het nieuwe geneesmiddel (nog) niet kosteneffectief is, gaat het ministerie in onderhandeling met Janssen. Zolang een geneesmiddel in de sluis zit, is het niet beschikbaar voor de patiënt. Een sluisprocedure inclusief het afsluiten van een financiële overeenkomst duurt gemiddeld 345 dagen.48


Als de onderhandelingen succesvol verlopen, wordt het nieuwe geneesmiddel vergoed uit het basispakket van de ziektekostenverzekering. De onderhandelde nettoprijs is vertrouwelijk. In het hoofdstuk ‘Hoe wij prijzen vaststellen’ leest u waarom dit wenselijk is.


Extramurale geneesmiddelen

Voor extramurale geneesmiddelen die patiënten via een openbare apotheek krijgen, vraagt Janssen het ministerie om het nieuwe geneesmiddel op te nemen in het Geneesmiddelen Vergoedingen Systeem (GVS) als onderdeel van het verplichte basispakket van de ziektekostenverzekering. Net als bij intramurale geneesmiddelen adviseert het ZIN het ministerie van VWS, op basis van een kosten-batenanalyse van het nieuwe geneesmiddel. Op basis van dit advies worden deze geneesmiddelen geclusterd met bestaande geneesmiddelen (lijst 1A) en tot een bepaalde prijs vergoed (vergoedingslimiet) of op een aparte lijst zonder vergoedingslimiet (lijst 1B) geplaatst. Ook voor deze geneesmiddelen kan het ZIN de minister adviseren om nog over de prijs te onderhandelen voordat ze worden vergoed.


Tijdens de beoordelings- en onderhandelingsprocedures voor zowel intramurale als extramurale geneesmiddelen, hebben patiënten geen toegang tot het nieuwe geneesmiddel. Daarom zetten alle relevante afdelingen binnen Janssen zich ervoor in dit proces zo soepel mogelijk te laten verlopen, door alle betrokken partijen tijdig van relevante informatie te voorzien.

Afspraken met zorgverzekeraars en ziekenhuizen

Als een geneesmiddel niet in de sluis is geplaatst of na een besluit van de minister (na onderhandeling over de nettoprijs) uit de sluis is, betekent dat nog niet dat de patiënt ook in de praktijk (direct) toegang heeft. Ziekenhuizen en zorgverzekeraars moeten vaak nog afspraken maken over in welke ziekenhuizen het geneesmiddel beschikbaar kan komen en hoe dat gefinancierd wordt. Hierbij is ook van belang welke plaats het nieuwe geneesmiddel heeft in de behandeling naast de bestaande geneesmiddelen. Leidend hiervoor zijn de behandelrichtlijnen van de beroepsverenigingen van de specialisten.

Onze medische afdeling voorziet deze verenigingen daarom van alle relevante en actuele wetenschappelijke informatie over onze nieuwe geneesmiddelen. Ook informeren wij tijdig verzekeraars en ziekenhuizen zodat ze in de jaarlijkse budgetonderhandelingen rekening kunnen houden met nieuwe geneesmiddelen en proberen wij ze tegemoet te komen met speciale betalingsovereenkomsten, zogenaamde Managed Entry Agreements. Deze overeenkomsten zijn erop gericht om te zorgen dat patiënten toegang hebben tot de geneesmiddelen onder de best mogelijke voorwaarden voor alle betrokken partijen.

Het verstrekken van informatie over onze genees­middelen

Wanneer we prijsafspraken gemaakt hebben met het ministerie van VWS, zorgverzekeraars en ziekenhuizen, komt ons geneesmiddel beschikbaar voor zorgprofessionals en patiënten. Om hen te informeren over de beschikbaarheid en het gebruik van het nieuwe geneesmiddel verstrekken we accurate en actuele informatie over het geneesmiddel. Onze medische en commerciële afdelingen zijn verantwoordelijk voor het geven van algemene productinformatie. Hun werkzaamheden omvatten onder meer de communicatie met artsen en apothekers over de effectiviteit van het geneesmiddel, voor welke indicaties het gebruik goedgekeurd is, de bijwerkingen, de voordelen en de risico's van het geneesmiddel. De medische afdeling is verantwoordelijk voor het leveren van de wetenschappelijke gegevens die dit onderbouwen. Daarnaast is de medische afdeling verantwoordelijk voor het opvolgen van specifieke en meer complexe wetenschappelijke onderwerpen die te maken hebben met onze geneesmiddelen. De medische afdeling helpt artsen bijvoorbeeld bij het beantwoorden van medische vragen, ook als deze over off-label gebruik gaan, of over zeldzame bijwerkingen.


We communiceren nooit proactief rechtstreeks met patiënten over onze geneesmiddelen, dit is niet toegestaan in Nederland. Wij houden ons aan de wet- en regelgeving van de overheid en de Stichting Code Geneesmiddelreclame49  met betrekking tot de promotie van voorgeschreven geneesmiddelen. Binnen Janssen gebruiken we een zorgvuldig medisch beoordelingsproces om de kwaliteit en juistheid van onze communicatie te waarborgen. Wanneer we promotionele activiteiten organiseren, houden we ons aan de ethische normen en gedragscodes van onze branche, waaronder de Gedragscode Geneesmiddelenreclame, die gebaseerd zijn op de Geneesmiddelenwet en de relevante Europese Richtlijn 2001/83/EG.

Bronnen:

  1. BS Health (2019). Accessibility of innovative medicines
  2. cgr.nl